Bron: dVi
Ontwikkeling DAEB-voorraad met huur tot hoge aftoppingsgrens
Figuur 6-2 laat, naast de ontwikkeling van de voorraad, ook de onderverdeling naar huurprijsklassen zien. Het aantal woningen met een huur tot de hoge aftoppingsgrens is in 2023 gegroeid met ongeveer 27.000 woningen, ofwel 1,5 procent. Dat komt deels door de eenmalige huurverlaging in 2023, die huurders met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum recht gaf op een huurverlaging naar 575,03 euro. Een groep woningen die eind 2022 een huur boven de hoge aftoppingsgrens had, heeft eind 2023 een huur onder deze grens. Het aantal woningen met een huur boven de liberalisatiegrens is afgenomen, van 42.000 naar 29.000 woningen. De verhoging van de liberalisatiegrens tussen 2022 en 2023 van 763,47 euro naar 808,06 euro is hiervoor de belangrijkste reden. De verhoging van de liberalisatiegrens was hoger dan wat verhuurders maximaal aan huurverhoging aan de huidige huurders mochten vragen. Hierdoor verschuift een groep woningen van net boven, naar net onder de liberalisatiegrens.
Aandeel toewijzingen huurwoning tot liberalisatiegrens
De derde indicator van het onderdeel Beschikbaarheid gaat over het aandeel huurwoningen tot de liberalisatiegrens dat bij toewijzing een huur onder of gelijk aan de aftoppingsgrens[2] heeft gekregen.
In 2023 was dat aandeel 81,8 procent, wat iets lager is dan in 2022 (84,2 procent). Met name doordat er minder woningen zijn toegewezen aan de doelgroep passend toewijzen (zie verderop in dit hoofdstuk). Bij ten minste 95 procent van de woningen die wordt toegewezen aan deze doelgroep moet de kale huur onder de aftoppingsgrens liggen. Huishoudens in de overige DAEB-doelgroep mogen ook een huur tussen de aftoppingsgrens en de liberalisatiegrens krijgen.