Bron: Aedes-benchmark 2018-2023
Een belangrijke verklaring voor dit toenemende aandeel onvoldoendes, is dat huurders in woningen met een slecht energielabel ontevredener worden over de kwaliteit van hun woning. Dit is goed te zien in figuur 2-6: binnen de groep met een slecht energielabel (E, F en G) neemt het aandeel huurders dat een onvoldoende geeft tussen 2021 en 2022 met ongeveer een vijfde toe. Het wonen in een woning met een slecht energielabel wordt dus steeds meer een 'dissatisfier'.
Het is goed voor te stellen dat huurders in een woning met een slecht energielabel kritischer worden als zij zien dat woningen om hun heen opgeknapt of verduurzaamd worden, terwijl zij hier zelf nog geen uitzicht op hebben. De relatieve kwaliteit van de woning, vergeleken met andere woningen, wordt gaandeweg dus ook minder. Corporaties doen er daarom goed aan om, voor zover zij dat nog niet doen, huurders perspectief te bieden en zo vroeg mogelijk mee te nemen in de (langetermijn)plannen voor hun woning.
Daarnaast zijn de gestegen energiekosten een voor de hand liggende verklaring voor de toenemende ontevredenheid van huurders in woningen met een slecht energielabel. De woning behaaglijk krijgen is met de huidige energieprijzen duurder geworden, zeker voor woningen die slecht geïsoleerd zijn. Huurders in een woning met een E-, F-, of G-label die eerder nog een kleine voldoende gaven voor de woningkwaliteit, zullen nu vaker een onvoldoende geven. Dit is ook te zien in figuur 2-6.
Het effect hiervan op het totaal valt nog mee, omdat er steeds minder woningen zijn met een slecht label. De corporaties zijn immers druk bezig om woningen met een E-, F- en G-label te verduurzamen.