8.3 Huurverhoging geen alternatief gezien de druk op de woonlasten
De gemiddelde kale maandhuur van een zelfstandige DAEB-woning is tussen 2019 en 2020 toegenomen van 544 euro naar 561 euro. Dat komt overeen met een huurprijsstijging van 3,2 procent. Deze huurprijsstijging ligt lager dan de maximaal toegestane huurverhoging.
Het aantal sociale huurwoningen is licht gegroeid met 0,2 procent, wat neer komt op 4.000 woningen. Nieuwbouwwoningen hebben een gemiddelde huurprijs van 629 euro, wat daarmee gemiddeld 68 euro hoger ligt dan de gemiddelde huurprijs. De energieprestaties van deze nieuwe woningen zijn wel aanzienlijk beter dan die van de meeste bestaande woningen. Voor wat betreft woonlasten zullen deze nieuwe woningen dus juist beter scoren, zeker in tijden van oplopende energielasten.
Het aandeel toewijzingen aan huishoudens met een inkomen onder de huurtoeslaggrens (de inkomensgrens voor het passend toewijzen) is gedaald van 76,5 procent in 2019 naar 75,0 procent in 2020. Er is een kleiner aandeel huurders met een betaalrisico (van 16,4 naar 14,3 procent). Hoewel we op basis van historische data een afname van het betaalrisico zien, toont de actuele toename van de woonlasten door de stijgende energielasten dat het om een wankel evenwicht gaat. Voor de financieel meest kwetsbare huurders kan dat snel omslaan in de min.