5 Onderhoud & verbetering
Het prestatieveld Onderhoud & verbetering is voor het zevende jaar onderdeel van de benchmark en bestaat uit drie subonderdelen. Naast de kosten voor onderhoud en verbetering wordt de technische kwaliteit en de ervaren kwaliteit, in de vorm van het oordeel van de huurder over de woning, in beeld gebracht. De prestatie van een corporatie op dit prestatieveld wordt vanuit meerdere invalshoeken bekeken.
5.1 Uitgaven voor instandhouding minder hard gestegen
Het prestatieveld Onderhoud & verbetering is opgebouwd uit onderhoudskosten en investeringen in woning-verbetering. Samen vormen zij de instandhoudingskosten. Deze kosten laten in 2015 tot en met 2019 een stijging van 50 procent zien, van 4,8 miljard euro naar 7,2 miljard euro. In 2020 stijgen de instandhoudingskosten minder dan de afgelopen jaren met 0,2 miljard euro (2,8 procent) naar 7,4 miljard euro. De afgelopen jaren was een jaarlijkse toename van meer dan 10 procent zichtbaar.
Figuur 5-1: Ontwikkeling instandhoudingskosten tussen 2015 en 2020
De afvlakking wordt in bovenstaande grafiek beter zichtbaar. In de grafiek hieronder zijn de instandhoudingskosten uitgesplitst naar mutatieonderhoud, planmatig onderhoud, reparatieonderhoud en investeringen woning-verbeteringen. Het grootste effect in de afgeremde groei is zichtbaar bij de post investeringen woningverbetering. In 2019 steeg deze post met 197 euro per vhe terwijl in 2020 een stijging van 36 euro per vhe is te zien. In 2020 zijn de uitgaven planmatig onderhoud gestabiliseerd met 1.258 euro per vhe. Ook is de groei aan uitgaven voor reparatie- en mutatieonderhoud afgenomen.
De reden waarom de instandhoudingskosten de sterke stijging van de afgelopen jaren niet volgt, is niet uit de Aedes-benchmarkdata af te leiden. Zichtbaar is wel dat het aantal grotere ingrepen in een vhe - >5.000 euro - in 2020 en 2019 nagenoeg gelijk is gebleven. Het beeld is dat de stijging van de uitgaven met 2,8 procent voor een groot deel door de bouwkostenstijging (CBS 2,2 procent) is veroorzaakt.
Figuur 5-2: Breakdown instandhoudingskosten tussen 2018 en 2020
Verder zijn de instandhoudingskosten per grootteklasse geanalyseerd. Het sectorgemiddelde aan instandhoudingskosten bedraagt 3.136 euro per vhe in 2020 (2019: 3.072 euro). Deze toename komt volledig door de toename van 204 euro per vhe bij de XL-corporaties. Omdat de XL-corporaties samen circa 33 procent van de woningvoorraad beheren telt deze stijging in het sectorgemiddelde sterker mee. Ook valt op dat de XXS-corporaties een scherpe daling van 844 euro per vhe in de instandhoudingskosten laten zien. Hoewel dit niet uit de data valt af te leiden bestaat het vermoeden dat de sterke afname bij de XXS-corporaties coronagerelateerd is en daar naar verhouding meer werk is uitgesteld. Alle andere grootteklassen vertonen een lichte daling of stabilisatie van de instandhoudingskosten.
Figuur 5-3: Instandhoudingskosten per grootteklasse tussen 2018 en 2020
Kortom, de verminderde stijging in de instandhoudingskosten komt met name door de verminderde stijging in de investeringen woningverbeteringen in vergelijking met voorgaande jaren. Daarnaast ligt het zwaartepunt van de stijging in de instandhoudingskosten bij de XL-corporaties, waar andere corporaties een daling of stabilisatie van de instandhoudingskosten laten zien.