Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

De pagina ververst bij het selecteren van een onderwerp.

Sla artikel navigatie over.

4.2 De energetische prestatie op basis van de NTA8800

Per 1 januari 2021 is er een nieuwe methodiek om het energielabel vast te stellen, de NTA8800. De wijziging in methodiek houdt een nieuw meetinstrument in. De energielabel-indicator onder de NTA8800 is het theoretisch primair fossiel energiegebruik per vierkante meter en drukt de energetische prestatie van de hele woning uit (EP2). Deze waarde is gebaseerd op de kwaliteit van de isolatie, installaties en de aanwezigheid van zonnepanelen. Daarbij geldt hoe lager de waarde, hoe beter de energetische prestatie en het energielabel dat de woning krijgt.

Een wijziging ten opzichte van de NEN7120 NV is dat de correctie voor de schil van de woning niet meer in de nieuwe berekeningswijze zit. Die correctie maakte verschil tussen woningen met een groot en woningen met een klein geveloppervlak. Dat betekent een andere waardering voor grofweg kleine woningen en woningen met een groot geveloppervlak, zoals hoekwoningen en vrijstaande woningen, die anders gewaardeerd worden. Woningen met een klein geveloppervlak, zoals tussenwoningen en woningen in het midden van appartementen, worden daarentegen beter gewaardeerd. Vanwege de nieuwe methodiek wordt de EI als indicator vervangen door het primair fossiel energiegebruik (EP2).

De beoordeling van de energetische prestatie van de hele woningvoorraad is in deze benchmark gedaan onder de NTA8800. Net als onder de oude methodiek baseert de benchmark zich op berekende waarden en niet op afgemelde waarden. De implementatie van de nieuwe software vroeg dit jaar extra aandacht met het op orde houden en aanvullen van de onderliggende gebouwdata. In het eerste half jaar na de invoering is 97 procent van de woningen aangeleverd op basis van de nieuwe methodiek. Veel corporaties hebben aangegeven bij het aanleveren van de data ook het komende jaar nog nodig te hebben om de onderliggende datakwaliteit verder te verbeteren, omdat de onderliggende aannames nog beter aangepast kunnen worden aan de werkelijke situatie. De ondersteunende software is nog in ontwikkeling. Deze benchmark geeft daarom een eerste beeld van de stand van zaken. De gemeten gemiddelde primaire fossiele energievraag (EP2) is halverwege 2021 op basis van 97 procent van meer dan 2 miljoen corporatiewoningen 205 kWh/m2.

‘80 procent van de woningen heeft een HR107-ketel’

Onderliggende kernparameters over installatiemaatregelen geven inzicht in hoe de corporatiesector verduurzaamt. Het valt op dat de netto vervanging van oude verwarmingsketels naar hoog rendement gasketels (HR107) in 2021 zijn hoogtepunt heeft bereikt. Inmiddels heeft 80 procent van de corporatiewoningen een HR107-ketel. De netto toevoegingen van aansluitingen op externe warmteleveringen en warmtepompen blijven in dezelfde ordegrootte van de afgelopen jaren. Het aantal woningen waarop zonnepanelen zijn geplaatst is het afgelopen jaar opnieuw fors gestegen. Op ruim 67.000 woningen zijn zonnepanelen geplaatst. Zonnecollectoren worden in veel mindere mate toegepast. Het aandeel woningen met een mechanisch ventilatiesysteem groeit en ook het aandeel met een balansventilatiesysteem stijgt gestaag. Het toepassen van ventilatie trekt gelijk op met het verbeteren van de isolatie van de gebouwschil. Dat bespreken we in de volgende paragraaf.