Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

De pagina ververst bij het selecteren van een onderwerp.

Sla artikel navigatie over.

7.4 Stichtingskosten stijgen met 5,8 procent per vierkante meter

De gemiddelde oppervlakte van nieuwbouwwoningen is bij woningen tussen de 40-80 vierkante meter min of meer gelijk gebleven. Dit is ook zo bij woningen van meer dan 80 vierkante meter. Opvallend daarbij is dat zelfstandige en onzelfstandige eenheden in oppervlakte kleiner zijn gebouwd. De gemiddelde oppervlakte van nieuwe woningen kleiner dan 40 vierkante meter is in 2021 gedaald van 32 naar 26 vierkante meter.

De gemiddelde stichtingskosten bedroegen in 2021 2.709 euro (2020: 2.560 euro) per vierkante meter (figuur 7-6). De gemiddelde stichtingskosten per vierkante meter variëren sterk per woninggrootte. De stichtingskosten per vierkante meter bij de kleinere woningen zijn 3.405 euro. Dit is hoger dan bij grotere woningen. Toch is er wel sprake van een daling van de stichtingskosten in deze categorie. Dit duidt erop dat juist in deze categorie het toenemende aandeel aan gestandaardiseerde/fabrieksmatige oplossingen een drukkend effect heeft op de bouwkosten. De stichtingskosten van woningen groter dan 80 vierkante meter liggen met een gemiddelde van 2.197 euro per vierkante meter aanzienlijk lager. Over het geheel genomen zijn de stichtingskosten per vierkante meter van de in 2021 gerealiseerde nieuwbouwwoningen met 5,8 procent toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor.

Figuur 7-6: De ontwikkeling van de stichtingskosten per vierkante meter bouwoppervlakte

Doordat er meer kleinere woningen zijn gebouwd dalen de stichtingskosten per vhe in 2021 met circa 4 procent. In 2021 waren de kosten 182.099 euro, in 2020 was dit 189.660 euro (figuur 7-7).

Figuur 7-7: Gemiddelde stichtingskosten per vhe naar woninggrootte

Uit figuur 7-8 blijkt dat vooral de kleinere corporaties gemiddeld hogere stichtingskosten hebben. Deze corporaties bouwen qua oppervlakte wat groter en in kleine volumes. XL-corporaties bouwen gemiddeld in grotere volumes, kleiner en goedkoper.

Figuur 7-8: Gemiddelde stichtingskosten naar grootteklasse van de corporatie