6 Beschikbaarheid & betaalbaarheid
Het prestatieveld Beschikbaarheid & betaalbaarheid brengt de maatschappelijke prestatie in beeld die corporaties leveren om te voorzien in voldoende betaalbare woningen. Daarbij wordt gebruikgemaakt van 8 indicatoren die samenkomen in 3 deelscores: Beschikbaarheid, Betaalbaarheid en Huisvesten doelgroepen.
6.1 Beschikbaarheid: DAEB-voorraad groeit met 2.000 woningen
De beschikbaarheid van sociale huurwoningen meten we aan de hand van 3 indicatoren. Binnen de DAEB-woningen gaat het om de ontwikkeling van de totale voorraad ten opzichte van het voorgaande jaar. Daarnaast gaat het om de ontwikkeling van de voorraad tot de hoge aftoppingsgrens. En om het aandeel toewijzingen van vrijkomende woningen met een huur tot de aftoppingsgrens in zowel de DAEB- als de niet-DAEB-woningen.
De uitkomsten in dit hoofdstuk gaan alleen over de zelfstandige woningen van corporaties die deelnemen aan het prestatieveld[1] . De voorraadontwikkelingen hebben betrekking op de DAEB-woningen.
Tabel 6-1: Resultaten benchmarkindicatoren Beschikbaarheid, 2020-2021
2020 | 2021 | ||
Beschikbaarheid | Ontwikkeling voorraad (DAEB) | 0,2% | 0,1% |
Ontwikkeling voorraad tot hoge aftoppingsgrens (DAEB) | -1,3% | 8,1% | |
Aandeel tot aftoppingsgrens binnen vrijkomend aanbod* | 84,5% | 84,9% |
Bron: dVi
*Toewijzingen van woningen tot de liberalisatiegrens (DAEB en niet-DAEB)
Tussen 2020 en 2021 is de totale zelfstandige DAEB-voorraad gegroeid met 2.000 woningen. Dit is het resultaat van 14.800 eenheden nieuwbouw, 7.100 eenheden sloop, minus een saldo van 4.700 eenheden aankoop en verkoop dat de voorraad heeft verlaten (per saldo verkoop), minus een saldo van 1.000 overige mutaties, zoals samenvoegingen en splitsingen.
Om de ambities in de Nationale Prestatieafspraken waar te maken moet in de komende jaren het tempo van de sociale nieuwbouw fors omhoog, naar gemiddeld 25.000 woningen per jaar. In de prestatieafspraken is geen afspraak opgenomen over de netto uitbreiding. Gegeven het tekort aan sociale huurwoningen moet ook dit aantal flink hoger uitpakken. Corporaties moeten de afweging tussen sloop, verkoop en nieuwbouw de komende jaren dus nog nauwkeuriger maken.
Figuur 6-1: Zelfstandige DAEB-voorraad groeit in 2021 met 2.000 woningen
Bron: dVi
Figuur 6-1 toont de ontwikkeling van de voorraad en de onderverdeling naar huurprijsklassen. In 2021 groeide het aantal DAEB-woningen met een huur tot de hoge aftoppingsgrens met 8,1 procent. Dit zijn 142.000 woningen. Dit is met name het gevolg van de Wet Eenmalige Huurverlaging die in 2021 van kracht was. Deze wet gaf huurders van corporatiewoningen met een inkomen tot de passend-toewijzengrenzen en een huur boven de aftoppingsgrens het recht op een eenmalige huurverlaging tot de aftoppingsgrens.
In 2020 kreeg 84,9 procent van de vrijkomende corporatiewoningen (DAEB en niet-DAEB, onder de liberalisatiegrens) een huur tot de aftoppingsgrens die voor het betreffende huishouden van toepassing was. Dit percentage is al jaren min of meer stabiel. De regels rondom het passend toewijzen spelen hierin een grote rol: de kale huur moet onder de aftoppingsgrens liggen bij ten minste 95 procent van de woningen die corporaties toewijzen aan huishoudens met een inkomensgrens onder de grens voor passend toewijzen.
- 1 Dat zijn alle corporaties minus 7, die een gezamenlijke woningvoorraad hebben van circa 13.000 zelfstandige DAEB-woningen.