4.4 CO2-uitstoot uit gasverbruik neemt licht toe na jarenlange afname
De derde en laatste indicator van het prestatieveld Duurzaamheid meet de CO2-uitstoot uit gasverbruik. Het geregistreerde energieverbruik is afkomstig van de netbeheerders. Dit is als databestand beschikbaar gesteld bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit databestand is gekoppeld aan de adressen van de deelnemende corporaties. Hieruit leiden we onder andere het gemiddeld gasverbruik en de gemiddelde CO2-uitstoot per corporatie af. In tegenstelling tot de andere indicatoren hebben deze gegevens betrekking op het jaar 2020.
Na een jarenlange afname van de CO2-uitstoot uit gasverbruik zien we in het jaar 2020 voor het eerst een toename van 0,8 procent. In het jaar 2020 hadden we te maken met meerdere lockdowns als gevolg van de coronacrisis. Veel mensen waren vaker dan gebruikelijk thuis. De verwarming stond vaker aan en op een hogere temperatuur. Het gasverbruik en de CO2-uitstoot uit gas zijn als gevolg hiervan licht toegenomen. Ook tussen 2019 en 2020 hebben corporaties verduurzamingsstappen gezet om de energetische prestatie te verbeteren. Zonder deze verduurzamingsmaatregelen was de toename waarschijnlijk hoger uitgevallen.
Figuur 4-4: CO2-uitstoot uit gasverbruik na jarenlange afname toegenomen in 2020
Bron: CBS, Shaere 2022
Figuur 4-5 laat zien dat het aandeel minder efficiënte gasgestookte ketels blijft afnemen. Corporaties plaatsen efficiëntere HR107-ketels en woningen gaan (gedeeltelijk) over op een duurzamere warmtebron. Het merendeel (80,5 procent) van de woningen heeft inmiddels een HR107-ketel. Het aandeel woningen op externe warmte (warmtenet) is circa 8,4 procent. Een relatief beperkt deel van de woningen wordt verwarmd met een warmtepomp (3,5 procent). Dit aandeel neemt jaarlijks wel met circa 0,4 procentpunt toe. Ongeveer de helft van de warmtepompen is onderdeel van een all-electric oplossing, circa een kwart betreft een hybride warmtepomp en het resterende deel is een gasabsorptiewarmtepomp.
Het aandeel woningen met een HR107-ketel heeft mogelijk zijn maximum bereikt of bereikt dit in de komende jaren. De HR107-ketel is in het verleden vooral een efficiënt alternatief geweest voor overige gasgestookte ketels. De komende jaren maken deze ketels bij vervanging plaats voor een duurzamer alternatief. In principe is dit de hybride warmtepomp. Voorwaarden hierbij zijn dat de woning voldoende geïsoleerd is (energielabel D), voldoende ruimte heeft voor een hybride systeem en niet binnen 10 jaar op een warmtenet aangesloten moet worden. Hybride warmtepompen en andere duurzame installaties dragen in de toekomst sterk bij aan de reductie van de CO2-uitstoot uit gas in de corporatievoorraad.
Figuur 4-5: Verdere toename efficiënte installaties
Bron: Shaere 2017-2022
In de Nationale Prestatieafspraken is als doel gesteld om 450.000 bestaande corporatiewoningen aardgasvrij te maken in de periode tot en met 2030. Gemeenten hebben de regie in de wijkgerichte aanpak. Via de Transitievisies Warmte en de uitvoeringsplannen van de gemeenten moet duidelijk worden welke buurten en wijken aan de beurt zijn in de periode tot en met 2030. Voor corporaties is het noodzakelijk om uiterlijk in 2024 deze duidelijkheid te hebben. Dan kunnen zij verstandige en efficiënte verduurzamingskeuzes maken. Vooralsnog gebeurt het aardgasvrij maken van bestaande woningen slechts mondjesmaat. We zien het aandeel aardgasvrije corporatiewoningen tussen 2021 en 2022 toenemen van 9,1 procent tot 9,9 procent. Het merendeel van deze toename is gerealiseerd via de toevoeging van aardgasvrije nieuwbouw. Circa 5.500 bestaande woningen zijn in het afgelopen jaar overgegaan op een aardgasvrije warmtebron. Het jaarlijkse tempo waarmee bestaande corporatiewoningen aardgasvrij gemaakt worden, moet omhoog naar gemiddeld meer dan 50.000 woningen per jaar. Dit is een grote en complexe uitdaging waarbij samenwerking tussen de betrokken partijen essentieel is.